Met de invoering van de vrachtwagenheffing gaan binnenlandse en buitenlandse vrachtwagens per gereden kilometer betalen voor het gebruik van de Nederlandse wegen. De netto-opbrengst uit de vrachtwagenheffing zal in overleg met de vervoerssector worden teruggesluisd voor innovatie en verduurzaming van de vervoerssector.
In de afgelopen jaren zijn verregaande voorbereidingen getroffen ten aanzien van wet- en regelgeving, systeemontwikkeling en implementatie ervan, organisatie van de terugsluismaatregelen en de uitvoering van de vrachtwagenheffing in Nederland. Hierbij wordt de kennis en ervaring van andere Europese landen waar al een vrachtwagenheffing is ingevoerd, zoals België en Duitsland, zoveel mogelijk benut.
Zo spoedig én zo zorgvuldig mogelijk
De snelheid van invoering mag niet ten koste gaan van de zorgvuldigheid waarmee de voorbereiding, realisatie en uitvoering van de vrachtwagenheffing wordt georganiseerd. Er wordt gelijktijdig gewerkt aan de volgende onderdelen:
de wet- en regelgeving,
de systeemontwikkeling en de implementatie van een heffingsstelsel,
de voorbereiding van de terugsluismaatregelen
de voorbereiding van de fysieke uitvoering van de vrachtwagenheffing.
Dit werken in parallelle sporen brengt onderlinge afhankelijkheden met zich mee. Daardoor is regelmatige afstemming en eventuele bijstelling van ambities onvermijdelijk.
Planning Programma Vrachtwagenheffing
Dit is een voorlopige planning die gedurende de looptijd van het programma regelmatig wordt bijgesteld.
In de zomer van 2019 vond de internetconsultatie van het conceptwetsvoorstel plaats. Reacties van belanghebbenden en belangstellenden op het conceptwetsvoorstel zijn -voor zover mogelijk- verwerkt in het wetsvoorstel. Medio 2020 werd het wetsvoorstel aangeboden aan de Ministerraad en vervolgens voorgelegd aan de Raad van State voor advies. Eind 2020 heeft de Raad van State advies uitgebracht en in reactie daarop is het Nader Rapport opgesteld en het wetsvoorstel aangepast op enkele onderdelen. Het wetsvoorstel is daarna op 14 september 2021 aangeboden aan de Tweede Kamer. Een schriftelijke inbreng van 232 vragen en de Nota naar aanleiding van het Verslag volgden. Daarna het WGO op 14 maart 2022 en de stemming op 22 maart 2022. Daarna is het wetsvoorstel aangeboden aan de Eerste Kamer. Inmiddels is 12 juli 2022 door de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel.
In het najaar van 2019 vond de eerste informatiebijeenkomst voor marktpartijen plaats. Ook zijn verkennende gesprekken gevoerd met Europese toldienstaanbieders, de zogenaamde EETS-providers. Nu door het parlement is ingestemd met het wetsvoorstel Vrachtwagenheffing wordt bekeken hoe invulling gegeven kan worden aan marktinteractie.
In 2019 en 2020 heeft het programma met vertegenwoordigers van de vervoerssector overlegd over de invulling van het maatregelenpakket voor innovatie en verduurzaming van de vervoerssector. Ook andere belanghebbenden hebben hiervoor inbreng geleverd.
Publicatie van het Besluit vrachtwagenheffing in 2023 en Regeling vrachtwagenheffing in mei 2024. Zowel het Besluit als de Regeling zijn nadere uitwerkingen van de Wet vrachtwagenheffing.
Aanbestedingen
In de realisatiefase zijn twee belangrijke stappen te onderscheiden: eerst de voorbereidingen voor de aanbestedingen en het aanbestedingstraject tot en met de gunning en vervolgens de realisatie van systemen en diensten, inclusief testen hiervan. Het aanbestedingstraject startte in september 2023 en in juli 2024 is het contract met de waarnemingspartij gesloten.
Verduurzaming
Gezamenlijk met de vervoerssector en andere belanghebbenden is de innovatie- en verduurzamingsopgave uitgewerkt in een meerjarenprogramma met maatregelen voor de vervoerssector. Dit concept-‘Meerjarenprogramma 2026-2030’ (cMJP) voor innovatie en verduurzaming is in juli 2023 gepubliceerd. In september 2023 is het cMJP in internetconsultatie gegaan en ook is er een mkb-toets gedaan, zodat ook de feedback van kleinere ondernemers nadrukkelijk meegenomen wordt. Vervolgens is alle feedback verwerkt. De verwachting is dat het definitieve MJP eind 2024 gepubliceerd zal worden.
Met de motie Van Ginneken heeft de Kamer gevraagd om de terugsluis eerder te laten starten met behulp van voorfinanciering. Dit om te voorkomen dat het stimuleren van de verduurzaming tijdelijk onderbroken zou worden, omdat de maatregelen vanuit het Klimaatakkoord eind 2023 afliepen en het Meerjarenprogramma pas in 2026 zou starten. Hiervoor is het Stimuleringspakket 2024-2025 opgesteld en in november 2023 gepubliceerd. De maatregelen uit dit pakket worden betaald met een lening vanuit het Mobiliteitsfonds, die terugbetaald moet worden na de start van de Vrachtwagenheffing.
Zo is de regeling AanZET in maart 2024 voor het eerst vanuit de terugsluis opengesteld, volgt de regeling SPriLa in september 2024 en komt er in oktober 2024 een tweede ronde voor AanZET.